The effects of cultural adaptation in fundraising letters

Gender has been shown to affect the persuasiveness of help-self and help-others appeals in fundraising: men prefer help-self appeals, and women help-others appeals. This gender difference has been attributed to world-view differences. Women have a care-oriented world-view and men a justice-oriented world-view – at least in masculine cultures. In feminine cultures, however, both men and women have a care-oriented world-view. The present study investigated whether in the feminine, Dutch culture the culturally adapted help-others appeal was more persuasive than the culturally unadapted help-self appeal for both men and women (N = 166). Results showed that the culturally adapted help-others appeal was the most persuasive appeal for men and women, who were both found to have a relatively care-oriented world-view.

  • Hornikx, J., Hendriks, B., & Thijzen, D. (2010). The effects of cultural adaptation in fundraising letters: The case of help-self and help-others appeals in a feminine culture. Communications, the European Journal of Communication Research, 35 (1), 93-110. [pdf]

Adapting consumer advertising appeals to cultural values

aicaIt is a truism that successful persuasive messages should be adapted to audience values. A substantial research literature—not previously systematically reviewed—has examined whether advertisements with appeals adapted to the audience’s important cultural values (e.g., individualism for North Americans) are more persuasive and better liked than appeals that are unadapted to such values. A meta-analytic review of that research finds that adapted ads are only slightly more persuasive (mean r = .073, 67 cases) and slightly better liked (mean r = .082, 66 cases) than unadapted ads. Moreover, these effects were mainly limited to North Americans and Asians and to values related to individualism-collectivism. In this chapter, we discuss explanations for these results and identify directions for future research.

  • Hornikx, J., & O’Keefe, D. J. (2009). Adapting consumer advertising appeals to cultural values: A meta-analytic review of effects on persuasiveness and ad liking. Annals of the International Communication Association, 33 (1), 38-71. [pdf, link]

De overtuigingskracht van normatief sterke en normatief zwakke anekdotische evidentie

Vanuit normatief oogpunt zou de kwaliteit van evidentie invloed moeten hebben op de overtuigingskracht ervan. In experimenten lijkt normatief sterke evidentie ook overtuigender dan normatief zwakke evidentie, maar wanneer de boodschap langer (Hoeken & Hustinx, 2007) of natuurlijker is (Hoeken & Van Wijk, 1997) blijken ontvangers niet gevoelig voor evidentiekwaliteit. In deze studie is onderzocht of de kwaliteit van anekdotische evidentie wel effect heeft op overtuigingskracht als ook statistische evidentie aanwezig is. Nijmegenaren (N = 125) beoordeelden een brief van de gemeente Nijmegen over afvalverwerking waarin normatief sterke of zwakke anekdotische evidentie stond, die wel of niet was aangevuld met statistische evidentie. Zonder statistische evidentie had de kwaliteit van anekdotische evidentie geen effect op de overtuigingskracht, maar mét statistische evidentie was sterke anekdotische evidentie overtuigender dan zwakke anekdotische evidentie. Deze studie laat daarmee zien dat de kwaliteit van evidentie ook in een natuurlijke, realistische setting de overtuigingskracht ervan kan beïnvloeden.

  • Hornikx, J., & Houët, T. (2009). De overtuigingskracht van normatief sterke en normatief zwakke anekdotische evidentie in het bijzijn van statistische evidentie. In W. Spooren, M. Onrust, & J. Sanders (Eds.), Studies in taalbeheersing, vol. 3 (pp. 125-133). Assen: Van Gorcum. [pdf]

Bespreking van “Advertising research – message, medium and context”

In Advertising research: Message, medium and context hebben Patrick de Pelsmacker en Nathalie Dens de 38 beste bijdragen geselecteerd uit de lezingen op de “International Conference on Research in Advertising” (ICORIA) in 2008 in Antwerpen. Het boek geeft een prachtig overzicht van recente empirische onderzoeken op het gebied van reclame. De bijdragen zijn ingedeeld in drie thema’s: het kan gaan om het effect van inhoudelijke keuzes in advertenties (bijvoorbeeld retorische figuren), om de invloed van het medium (bijvoorbeeld banners op websites) en om de rol van de context (bijvoorbeeld tv-programma’s om reclame heen).

  • Hornikx, J. (2009). Waarom geloven mensen reclame? Bespreking van: De Pelsmacker & Dens (2009). Advertising research – message, medium and context. Tekstblad, 15 (5/6), 52-53. [pdf]

Overtuigende teksten: Onderzoek en ontwerp

Mensen overhalen iets te doen: gezonder eten, een gebleekte spijkerbroek kopen, tien euro overmaken voor een goed doel. En niet door te dreigen met een honkbalknuppel, maar door wat je te zeggen hebt. Hoe komt het dat woorden gedrag kunnen beïnvloeden? Maar ook: waarom mislukt dat vaak? Overtuigende teksten. Onderzoek en ontwerp gaat over het ontwerpen van documenten die gericht zijn op het overtuigen van mensen. Het boek biedt een overzicht van theorieën en empirisch onderzoek naar de invloed van taal, tekst en beeld op het overtuigingsproces. De auteurs koppelen het onderzoek naar de invloed van deze boodschapkenmerken aan verschillende verwerkingsprocessen. Ook besteden zij aandacht aan automatisch gedrag en de rol van cultuurverschillen in het overtuigingsproces. Elk hoofdstuk sluit af met praktische opgaven die gericht zijn op het ontwerpen van overtuigende teksten.

  • Hoeken, H., Hornikx, J., & Hustinx, L. (2009). Overtuigende teksten: Onderzoek en ontwerp. Bussum: Coutinho. [buy]

Overtuigen met vreemde talen: de rol van taalimago

Reclamemakers gebruiken regelmatig vreemde talen om hun doelgroep te verrassen en te overtuigen. In dit artikel bespreken we recent onderzoek naar vreemde talen in reclame. Vreemde talen roepen verschillende associaties op die soms positief en soms negatief zijn. Empirisch onderzoek laat zien dat de overtuigingskracht van vreemde talen beïnvloed wordt door de koppeling met de producten die worden aanbevolen in de advertentie (bv. bij sinaasappels is Spaans effectiever dan bij wasmachines) en door het begrip van de gebruikte uiting in de vreemde taal (bv. gemakkelijk Frans is effectiever dan moeilijk Frans). We sluiten af met toepassingsmogelijkheden voor de onderwijspraktijk.

  • Hornikx, J., & Starren, M. (2008). Overtuigen met vreemde talen: de rol van taalimago. Levende Talen Tijdschrift, 9 (3), 14-20. [pdf]

Versterkende, afzwakkende en numerieke markeringen in claims

Claims over cosmeticaproducten bevatten regelmatig versterkende markeringen (‘absoluut een zachtere huid’), afzwakkende markeringen (‘vaak een zachtere huid’) of numerieke markeringen (‘75% zachtere huid’). Berney-Reddish en Areni (2006) lieten zien dat versterkende en afzwakkende markeringen claims met name minder overtuigend maken voor vrouwen. In een experiment werden deze markeringen vergeleken met numerieke markeringen in claims voor cosmeticaproducten. Numerieke markeringen bleken voor de vrouwelijke proefpersonen het meest overtuigend, terwijl versterkende en afzwakkende markeringen claims niet overtuigender, maar ook niet minder overtuigend maakten.

  • Hornikx, J., Pieper, M., & Schellens, P. J. (2008). Versterkende, afzwakkende en numerieke markeringen in claims over cosmetica-producten: maken ze claims overtuigender? Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 36 (1), 3-14. [pdf]

De effectiviteit van vreemde talen in productreclame

Vreemde talen worden veel gebruikt in reclameadvertenties. Deze talen zouden bepaalde associaties oproepen waardoor de advertentie effectiever wordt. De effectiviteit van vreemde talen zou groter moeten zijn naarmate de gebruikte talen goed passen bij het product in de advertentie (Domzal, Hunt, & Kernan, 1995; Hornikx & Starren, 2006). Frans zou bijvoorbeeld beter passen bij parfum dan bij televisies. Om empirisch te toetsen of vreemde talen inderdaad effectiever zijn bij passende producten is een experiment opgezet. Het gebruik van vreemde talen bij passende producten (bv. Spaans – sinaasappels) is vergeleken met niet-passende producten (bv. Spaans – wasmachine). Honderdvijftig proefpersonen beoordeelden enkele advertenties met Duitse, Franse of Spaanse slagzinnen. De resultaten bevestigden de verwachting: advertenties waren overtuigender wanneer de vreemde taal paste bij het product dan wanneer die taal niet paste.

  • Hornikx, J., & Hof, R.-J. (2008). De effectiviteit van vreemde talen in productreclame: moet het product passen bij de taal? Tijdschrift voor Taalbeheersing, 30 (2), 147-156. [pdf upon request]

Review of “Persuasive messages: The process of influence”

We encounter persuasive messages everywhere at every moment of the day: in the newspaper in the morning, on television during lunch, at a business meeting in the afternoon, or around the dinner table with our families. Not only are we targets of other people’s attempts to persuade us, we also try to persuade other people. Being familiar with persuasion, however, does not make us experts in the art of persuasion already. There is much to learn about the process of influence, about the messages that are most likely to be effective, and about the factors that we should pay attention to. Persuasive messages: The process of influence introduces its readers to these matters. The authors of this textbook, William and Pamela Benoit, call it “a guide to successful persuasion” (xii). The authors want to offer their readers practical advice on designing persuasive messages. They have succeeded in their mission, in particular because their advice is firmly grounded in classic and current theories, and in empirical research findings.

  • Hornikx, J. (2008). Review of “Persuasive messages: The process of influence” by William Benoit and Pamela Benoit. Information Design Journal, 16 (2), 159-161. [pdf]

Comparing the actual and expected persuasiveness of evidence types

Whereas there are many publications in which argumentation quality has been defined by argumentation theorists, considerably less research attention has been paid to lay people’s considerations regarding argument quality. Considerations about strong and weak argumentation are relevant because they can be compared with actual persuasive success. Argumentation theorists’ conceptions have to some extent been shown to be compatible with actual effectiveness, but for lay people such compatibility has yet to be determined. This study experimentally investigated lay people’s expectations about the persuasiveness of anecdotal, statistical, causal, and expert evidence, and compared these expectations with the actual persuasiveness of these evidence types. Dutch and French participants (N = 174) ranked four types of evidence in terms of their expected persuasiveness for eight different claims. Both cultural groups expected statistical evidence to be the most persuasive type of evidence to other people, followed by expert, causal, and, finally, anecdotal evidence. A comparison of these rankings with the results of Hornikx and Hoeken (2007, Study 1) on the actual persuasiveness of the same evidence types reveals that people’s expectations are generally accurate: How relatively persuasive they expect evidence types to be often corresponded with their actual persuasiveness.

  • Hornikx, J. (2008). Comparing the actual and expected persuasiveness of evidence types: How good are lay people at selecting persuasive evidence? Argumentation, 22 (4), 555-569. [pdf]