Drogredenen – vaak beschouwd als argumenten die valide of deugdelijk lijken maar het niet zijn – zijn een klassiek object van studie in de argumentatieleer. In de kennis die is opgedaan sinds Aristoteles, Locke en Hamblin ontbrak lang het perspectief van ontvangers van drogredenen. Hoe kijken gewone taalgebruikers naar drogredenen? Zien zij drogredenen ook als onredelijke argumenten? Deze laatste vraag heeft Frans van Eemeren, Bart Garssen en Bert Meuffels zo’n tien jaar beziggehouden. Tien jaar van empirisch onderzoek bij meer dan 1900 proefpersonen, verdeeld over meer dan 50 experimenten. Na publicaties over enkele van deze experimenten, waaronder uiteraard ook in Tijdschrift voor Taalbeheersing, was het wachten op een overzicht. Met “Fallacies and judgments of reasonableness” wordt dat wachten beloond. In een compacte en heldere stijl schetsen de drie auteurs de achtergrond van het onderzoeksprogramma, beschrijven ze de kenmerken van de studies en vatten ze de bevindingen kernachtig samen.
- Hornikx, J. (2011). Bespreking van: Frans H. van Eemeren, Bart Garssen en Bert Meuffels (2009). Fallacies and judgments of reasonableness: Empirical research concerning the pragma-dialectical discussion rules. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 33 (2), 193-195. [pdf]