Is anecdotal evidence more persuasive than statistical evidence?

Recent reviews of communication studies on the persuasiveness of evidence types have concluded that statistical evidence is more persuasive than anecdotal evidence. Cognitive psychological studies on the representativeness heuristic, however, have shown a large impact of anecdotal evidence (individuating information), and a small impact of statistical evidence (base rate information) on judgements. The difference between these conclusions can be explained by the research design of the psychological studies, which was in favour of anecdotal evidence. This article discusses more recent studies in cognitive psychology, and demonstrates that statistical evidence has more impact than the classic cognitive psychological studies suggested. This discussion brings back some consistency in results on the persuasiveness of anecdotal and statistical evidence, and also presents areas for future research.

  • Hornikx, J. (2007). Is anecdotal evidence more persuasive than statistical evidence? A comment on classic cognitive psychological studies. Studies in Communication Sciences, 7 (2), 151-164.

Hoe goed zijn taalgebruikers in het selecteren van overtuigende evidentie?

Argumentatietheoretici hebben normatieve, kritische vragen geformuleerd om argumentkwaliteit te beoordelen. Deze vragen kunnen worden vertaald naar criteria voor hoge argumentkwaliteit. In recente onderzoeken is deze normatieve benadering van argumentkwaliteit (wat zou overtuigend moeten zijn?) vergeleken met descriptieve benaderingen (wat is overtuigend?). In dit artikel is deze vergelijking gemaakt voor gewone taalgebruikers. Argumentkwaliteit is daarbij onderzocht door te kijken naar soorten evidentie. De centrale vraag is dan: hoe goed zijn taalgebruikers in het selecteren van overtuigende evidentie? Deze vraag is beantwoord door de resultaten van Hornikx en Hoeken (2005) over de daadwerkelijke overtuigingskracht van evidentietypen af te zetten tegen een experiment waarin de verwachte overtuigingskracht van dezelfde evidentietypen voor dezelfde soort standpunten is gemeten. Proefpersonen maakten rangschikkingen van evidentietypen op basis van de verwachte overtuigingskracht om een ander van een aantal standpunten te overtuigen. Proefpersonen bleken behoorlijk goed in het selecteren van overtuigende evidentietypen: de evidentie waarvan ze verwachten dat deze (niet) overtuigend is, was meestal ook daadwerkelijk (niet) overtuigend.

  • Hornikx, J. (2007). Hoe goed zijn taalgebruikers in het selecteren van overtuigende evidentie? Tijdschrift voor Taalbeheersing, 29 (3), 224-236. [pdf]

Normatively strong and normatively weak expert evidence

I will give an overview of studies that investigated the persuasiveness of expert evidence as well as other types of evidence. One of these studies demonstrated that the persuasiveness of expert evidence was not the same in two different cultures. Section 3 will therefore discuss the relationship between expert evidence and the cultural background of people who judge expert evidence. Special attention will be paid to the question whether people from different cultures may vary in the persuasiveness of expert evidence that is normatively strong or normatively weak according to criteria from argumentation theory. The second part of this article will report on an experiment that investigated the persuasiveness of normatively strong or normatively weak expert evidence in France and the Netherlands.

  • Hornikx, J. (2007). Cultural differences in the persuasiveness of normatively strong and normatively weak expert evidence. In F. H. van Eemeren, J. A. Blair, C. A. Willard, & B. Garssen (Eds.), Proceedings of the sixth conference of the International Society for the Study of Argumentation (pp. 645-650). Amsterdam: Sic Sat. [pdf]

De overtuigingskracht van normatief sterke en normatief zwakke expertevidentie

Hornikx en Hoeken (2005) lieten zien dat normatief sterke expertevidentie als ondersteuning voor standpunten in Frankrijk relatief overtuigender was dan in Nederland. Vanwege de grotere machtsafstand in de Franse cultuur (Hofstede, 2001) zouden experts met een expertisegebied dat irrelevant is voor het standpunt dat ze verdedigen (normatief zwak) voor Fransen overtuigender kunnen zijn dan voor Nederlanders. Studie 1 kon dit niet bevestigen, maar liet wel een cultuurverschil in de relatieve overtuigingskracht van normatief sterke en zwakke expertevidentie zien. Beide experts waren even overtuigend voor de Fransen, die maar een klein verschil zagen in de deskundigheid van beide experts. Om te bekijken of dit kleine verschil te verklaren is door de status van de experts (hoogleraren) werd in Studie 2 de ingeschatte deskundigheid onderzocht van hoogleraren en onderzoekers met een (ir)relevant expertisegebied. De bevindingen van Studie 1 werden gerepliceerd. Fransen dichten experts – of het nu hoogleraren of onderzoekers zijn – een bredere kennis over verschillende onderwerpen toe.

  • Hornikx, J. (2006). De overtuigingskracht van normatief sterke en normatief zwakke expertevidentie in Nederland en Frankrijk. In H. Hoeken, B. Hendriks, & P.J. Schellens (Eds.), Studies in Taalbeheersing, volume 2 (pp. 120-131). Assen: Van Gorcum. [pdf]

Is expertevidentie overtuigender in Frankrijk dan in Nederland?

Persuasieve teksten waarin evidentie wordt aangedragen om standpunten te ondersteunen zijn effectiever dan teksten zonder evidentie. Tekstschrijvers hebben onder andere anekdotische, statistische, causale en expertevidentie tot hun beschikking. Een aantal experimenten heeft de relatieve overtuigingskracht van deze evidentietypen onderzocht. De mogelijke rol van de culturele achtergrond van de tekstlezer is echter genegeerd. In Hornikx (2003) bleek er een cultuurverschil in het vóórkomen van expertevidentie in overtuigende voorlichtingsbrochures. Expertevidentie werd vaker in Frankrijk dan in Nederland gebruikt. De vraag is of expertevidentie ook overtuigender is in Frankrijk. Dit is in een experiment onderzocht door Franse en Nederlandse proefpersonen (N = 600) een serie descriptieve standpunten met verschillende evidentietypen te laten beoordeelden. Voor de Fransen bleek expertevidentie samen met statistische evidentie het meest overtuigend, terwijl expertevidentie voor de Nederlanders slechts een middenpositie innam tussen de minst overtuigende anekdotische en de meest overtuigende statistische evidentie.

  • Hornikx, J., & Hoeken, H. (2005). Is expertevidentie overtuigender in Frankrijk dan in Nederland? Tijdschrift voor Taalbeheersing, 27 (1), 42-57. [pdf]

Cultural differences in the persuasiveness of evidence types

Using evidence in support of claims makes a message more persuasive, but it is not known whether the persuasiveness of evidence depends on the type of evidence, and on the cultural background of the receiver of the message. This book reports on a series of five studies, in which the expected and actual persuasiveness of anecdotal, statistical, causal, and expert evidence were investigated in France and the Netherlands, with a particular focus on expert evidence. The findings from these empirical studies clearly demonstrate that there are cultural differences in the relative expected persuasiveness as well as the actual persuasiveness of the evidence types studied. Expert evidence was found to be more persuasive in France than in the Netherlands, although these cultural differences were subtle. Therefore, the findings reported in this book further underscore the importance of investigating the influence of culture on the persuasion process.

  • Hornikx, J. (2005). Cultural differences in the persuasiveness of evidence types in France and the Netherlands. Dissertation Radboud Universiteit Nijmegen [pdf].

A review of experimental research on the relative persuasiveness

Persuasive texts in which evidence is employed to support claims are more effective than texts without evidence. Text writers may use different types of evidence, such as anecdotal, statistical, causal, and expert evidence. Over the years, a number of experimental studies have investigated the persuasive effectiveness of these evidence types. In these experiments, various definitions and operationalisations of evidence and evidence types have been used. As a consequence, there is no clear picture of which type of evidence is the most persuasive. This review analyses fourteen experiments on the relative persuasiveness of evidence types. Results show that statistical and causal evidence are more persuasive than anecdotal evidence.

  • Hornikx, J. (2005). A review of experimental research on the relative persuasiveness of anecdotal, statistical, causal, and expert evidence. Studies in Communication Sciences, 5 (1) , 205-216. [pdf]

De voorkeur voor expertevidentie in Nederland en Frankrijk

Als er argumentatie wordt gebruikt in overtuigende teksten, dan bestaat die meestal uit het aandragen van gevolgen van de keuze voor een object of gedrag. Zo kan een navigatiesysteem voor in de auto aanbevolen worden door aan te geven dat de bestuurder altijd de weg zult vinden. De overtuigingskracht van een dergelijke tekst zal toenemen naarmate het waarschijnlijker is dat het gedrag ook echt tot het genoemde gevolg zal leiden, in dit geval, dat zo’n systeem ook daadwerkelijk tot gevolg heeft dat de bestuurder zijn weg zal vinden. Die waarschijnlijkheid neemt toe, als er evidentie wordt aangedragen zoals ‘84% van de gebruikers van dit systeem vindt altijd de weg’. In Hornikx (2003) bleek expertevidentie, waarbij een expert onderstreept dat het gevolg daadwerkelijk optreedt, vaker voor te komen in overtuigende voorlichtingsbrochures in Frankrijk dan in Nederland. Nu zijn tekstschrijvers professionals die getraind en geoefend zijn om teksten zo overtuigend mogelijk te maken. De voorkeur die zij hebben, hoeft niet gedeeld te worden door gewone taalgebruikers. Om de voorkeur van niet-professionele taalgebruikers te onderzoeken is een experiment opgezet, waarin Nederlandse en Franse studenten een rangschikking aangaven van de meest tot de minst geschikte evidentie om iemand anders te overtuigen.

  • Hornikx, J. (2005). De voorkeur voor expertevidentie in Nederland en Frankrijk.Toegepaste Taalwetenschap in Artikelen, 73 (1), 9-18. [pdf]

Relative occurrence of evidence types

Persuasive texts, such as public information brochures or advertisements, aim to convince their readers to behave in a certain manner, such as to stop smoking or to buy a new car. If argumentation is used to achieve this aim, these texts are generally characterised by pragmatic argumentation, a form of argumentation by which an action is recommended on the basis of its favourable consequences. In order to enhance the persuasive effectiveness of these texts, writers may choose to support their claims with different types of evidence, namely statistical, anecdotal, causal, or expert evidence.

  • Hornikx, J. (2004). Relative occurrence of evidence types in Dutch and French persuasive communication. In Ch. M. Schmidt, D. Neuendorff, & M. Nielsen (Eds.),Marktkommunikation in Theorie und Praxis: inter- und intrakulturelle Dimensionen in der heutigen Wirtschaft (pp. 291-307). Wiesbaden: Deutscher Universitäts-Verlag. [pdf]

De relatieve frequentie van verschillende evidentietypen

Overtuigende teksten, waarin lezers worden aangespoord een bepaalde handeling te verrichten, winnen in overtuigingskracht wanneer evidentie wordt gebruikt om het waarschijnlijk te maken dat de handeling tot voordelen leidt. Een corpus van Nederlandse (n = 22) en Franse persuasieve voorlichtingsbrochures (n = 22) is geanalyseerd op de frequentie van het gebruik van vier typen evidentie: statistische, anekdotische, causale en expertevidentie. De resultaten laten zien dat cultuur van invloed is op de relatieve frequentie van de typen evidentie. Meer specifiek wordt de hypothese dat expertevidentie vaker zou vóórkomen in het Franse corpus bevestigd. Dit suggereert dat tekstschrijvers uit verschillende culturen wellicht andere ideeën hebben over welke typen evidentie het meest overtuigend zijn.

  • Hornikx, J. (2003). De relatieve frequentie van verschillende evidentietypen in Nederlandse en Franse persuasieve voorlichtingsbrochures. In: L. van Waes, P. Cuvelier, G. Jacobs & I. de Ridder (Eds.), Studies in Taalbeheersing, volume 1 (pp. 206-217). Assen: Van Gorcum. [pdf]